traditioneel fluitkoord

6

de eindlus en bezetting
< begin   0  1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  11 
figuur beschrijving Trek de overblijvende einden netjes strak en zet ze even met een speld vast.
Zie onderaan figuur 1 de speld met de groene knop.
Sla de twee langste einden terug, waardoor de dubbele lus ontstaat. Steek deze ook even met een speld vast. De speld met de rode knop gaat door de 6 draden heen.

Als je vindt dat het fluitkoord voor jouw situatie te lang zou worden, kan dat hier worden aangepast. Trek daarvoor de twee langste einden verder omhoog, waardoor de dubbele lus korter wordt.
 
Haal de eerste speld, dus die met de groene knop, er uit en steek deze ook even door alle zes draden.
 
Naai de zes naast elkaar liggende draden nu met naald en draad over een afstand van 5 cm aan elkaar vast.
Dit is aangegeven in de figuren 3, 4 en 5.
Knip de losse eindjes af.
Leg nu een dun, maar sterk hulptouwtje in een lus op dit gedeelte. In plaats van een touwtje kun je ook dun ijzer- of koperdraad gebruiken. In de foto is dit de groene draad.
 
Met het stukje koord van 70 cm, dat je aan het begin hebt overgehouden, maak je nu de bezetting door een aantal niet al te strak gemaakte windingen om het genaaide gedeelte te maken. Zorg er voor dat het hulptouwtje en het eerste deel van het stukje koord er onder komt.
Je begint onderaan en draait dan naar boven.
Als het hele genaaide deel er onder zit, dat is dus 5 cm, steek je de draad even met een speld vast, figuur 8.

Trek het hulptouwtje nu iets naar beneden, tot er nog een klein lusje over blijft, figuur 9.
Steek hier het einde van het koord door.
Let op ! niet er helemaal door steken, want dan kun je het volgende niet doen.
Trek nu het hulptouwtje er uit. Daarbij trek je het eind van het koordje door de bezetting heen.
Trek nu aan de twee einden van het koordje. Niet al te strak, maar wel zo, dat een en ander vast zit, figuur 11.


Knip de eindjes dan af, figuur 12.
 

©  theo
 
top /\    volgende >