platte knoop
met borgsteek

1

vastmaken van de knoop

De eerste slag is zoals bij een gewone platte knoop

De tweede slag is ook zoals bij een gewone platte knoop, maar nu wordt alleen het blauwe einde dubbel genomen. Bij het vastmaken van een bijvoorbeeld een schoenveter worden beide einden dubbelgenomen, waardoor er een strik ontstaat met twee lussen.

Er is dus een halve strik met één lus, de blauwe. Deze lus is de eerste slipsteek.

Leg nu het gele einde van het touw achter de eerste slipsteek, de blauwe lus.

Neem het gele eind van het touw dubbel en steek dat in de blauwe lus.

Deze laatste (gele)doorsteek is de borgsteek, die voorkomt dat de blauwe slipsteek (lus) los gaat.

Daarvoor trek je het blauwe einde strak aan, waardoor de borgsteek klem wordt gezet en de blauwe lus ook vast zit.

© theo