bindsel en klerenhanger | 1 | maken van het bindsel |
 |  | 0 1 2 |
| |
Het draad voor het bindsel is uiteraard dunner dan het touw waar het bindsel opgemaakt wordt.
Begin dit bindsel met een constrictorknoop, gemaakt vanuit een mastworp.
Op de foto hiernaast de mastworp, met het werkeind naar beneden. |
| |
Haal het werkeind onder de eerste slag van de mastworp door. |
| |
De constrictorknoop is gevormd. Nu heel strak aantrekken. |
| |
Leg het werkeind tussen de twee touwen in. |
| |
Wikkel het andere eind van de draad heel strak om de twee touwen. De breedte van de wikkeling wordt ongeveer tweemaal de dikte van het touw. |
| |
Haal de draad, na de laatste slag, tussen de twee touwen door. Het eerder gebruikte werkeindje komt nog onder de wikkelingen uit. |
| |
Knip het er uitstekende werkeindje af. |
| |
Sla de draad tweemaal haaks over de wikkelingen en trek in beide slagen de draad strak aan. Dit noemen we twee woelslagen. |
| |
Steek het einde van de draad van bovenaf tussen de twee woelslagen en haal deze onder de voorliggende woelslag door. |
| |
Trek de draad naar links en controleer of de woelslagen nog steeds goed strak zitten. Dit is namelijk de laatste kans om het zo nodig nog te herstellen. |
| |
Steek de draad vanaf de buitenkant onder de andere woelslag door en haal deze tussen de twee woelslagen naar boven. |
| |
Trek de draad weer stevig naar links. |
| |
De draad zit nu vastgeklemd in een vorm die lijkt op een platte knoop. |
| |
Je kunt de draad nu afknippen. |
| |
De andere kant van het bindsel ziet er zó uit. |
© theo | | /\ top www.knoopenzo.nl |
| | |