vaste gewone
knoop lussen

1

opeenvolgende knopen
      0  1  2  3 


gewone knoop


1- De gewone knoop.

Je maakt deze knoop op het eind van een touw. Het eindje wordt er door gestoken.


gewone knoop


2- De gewone knoop met slipsteek.

Het eind wordt er nu dubbelgenomen doorgestoken. Dit laatste heet de slipsteek. Als je aan het uitstekende eindje trekt, gaat de knoop weer los. Door de slipsteek is deze knoop wat dikker dan de gewone knoop van 1.


gewone knoop


3- Vaste gewone knoop lus 1.

Het vaste betekent dat deze lus niet meer kan schuiven als hij eenmaal geknoopt is. Begin met een gewone knoop op het eind, zoals bij 1. Maak dan een gewone knoop met slipsteek, zoals bij 2. Trek dan de lus aan, tot de knoop op het eind vastloopt tegen de knoop van de lus.


gewone knoop


4- Vaste gewone knoop lus 2.

Begin met de gewone knoop met slipsteek, zoals bij 2. De maat van de lus kun je nu nog aanpassen. Als de lus de gewenste maat heeft, zet je het eind van het touw met een halve steek tegen de gewone knoop vast. Als je hem netjes maakt is het ook een mooie knoop.


gewone knoop


5- Vaste gewone knoop lus met slipsteek.

Deze is hetzelfde als bij 4, maar nu maak je aan het eind een halve steek met de slipsteek. Deze lus met twee slipsteken kun je helemaal uit elkaar halen door aan het eind te trekken.

© theo
 
/\ top